De combinatie van
4% per jaar uitgeven
een standaard 60/40-beleggingsportefeuille
(stam)vermogensbehoud in reële termen
is inmiddels flink minder vanzelfsprekend dan in vroeger tijden.
Laat uw strategisch beleggings- en bestedingsbeleid toetsen op basis van een variëteit aan financieel-economische scenario's middels een onafhankelijke studie. Door ondergetekende, als het even kan. Zo krijgt u inzicht in de toekomstige haalbaarheid van de (financiële) doelstellingen van het fonds.
Als je als vermogensfonds van de MSCI World Index naar de MSCI ACWI IMI Index beweegt, dan ga je van 1.352 naar 8.390 aandelen (+521%). De totale marktkapitalisatie stijgt dan met 25%. Is zoiets de moeite waard? Mijn analyse suggereert in eerste instantie van wel, maar een hoop andere zaken dient wel meegenomen te worden. Zoals: kosten, dividendbelasting, complexiteit, uitsluitingen, ESG, samenhang met de rest van de beleggingsportefeuille en met de (harde en/of zachte) verplichtingen. Zo kan het toch nog een aardige puzzel worden. Vergeet echter niet: elke 0,1%-punt extra jaarlijks rendement op de beleggingsportefeuille vertaalt zich al snel in 3% hogere doelbestedingen.
Uit de kakelverse FIN Code Goed Bestuur:¹
Het bestuur heeft een beleid vastgesteld dat consistent is met de geformuleerde doel- of taakstellingen op het gebied van bestedingen, vermogensinstandhouding, risicobeleid, beleggingsbeleid, financiële verplichtingen en kosten van de organisatie.
Een standaard beleggingsportefeuille zit dit jaar al op een rendement van +16,7%,² dus misschien denkt u: dat zit voorlopig wel snor. Aan de andere kant geeft dat u nu allicht ook de tijd om nog eens goed vooruit te kijken.
Laat uw strategisch beleggings- en bestedingsbeleid onafhankelijk toetsen op basis van een variëteit aan financieel-economische scenario's. Zo krijgt u inzicht in de toekomstige haalbaarheid van de (financiële) doelstellingen van het fonds.
² 1 januari t/m 22 november 2024; de 60/40-verdeling is hét klassieke voorbeeld van een eenvoudige gebalanceerde beleggingsportefeuille en een veelgebruikt startpunt wanneer men over de verdeling over beleggingscategorieën nadenkt.
Met de financieel-economische scenario's die De Nederlandsche Bank publiceert kunnen charitatieve vermogensfondsen wel iets nuttigs doen. Hier laat ik zien dat je − zonder een specifieke economische visie − allerlei neutrale verwachtingen kunt afleiden uit de scenario's.
Nog interessanter is dat je op soortgelijke wijze de toekomstige ontwikkeling van een charitatief vermogensfonds duizenden keren kunt simuleren. Van rampspoed tot bomen die tot in de hemel groeien. Zo ontstaat een onafhankelijk beeld van de haalbaarheid van de financiële langetermijndoelstellingen van het fonds (bijvoorbeeld stamvermogensbehoud en het op peil houden van de bestedingen). Het gaat dan niet alleen om rendementsverwachtingen, maar vooral ook om de variabiliteit van de fondsuitkomsten. Om hoe toekomstbestendig het huidige beleid is.
Een dergelijke toets kan voor verschillende tijdshorizonnen (tot maximaal 100 jaar, maar 10 jaar mag ook), beleggingsstrategieën en "spending rules" worden uitgevoerd. En zo'n toets hoeft zich niet te beperken tot de onderstaande beleggingscategorieën. Individuele aandelen ("donor stock"), ESG-beleggingsfondsen, vastgoed, impactbeleggingen, ... Het is even klussen, maar het kan allemaal.
Hoe beleggen charitatieve vermogensfondsen? En dan in het bijzonder fondsen die geen donaties, legaten etc. meer ontvangen en − in principe − (stam)vermogensbehoud nastreven. Na aftrek van i) de doelbestedingen die door dergelijke fondsen zelf worden gedaan (daarvoor bestaan ze immers), ii) kosten en iii) inflatie.
Ik heb een clubje relatief grotere fondsen met vermogens variërend van EUR 600 miljoen tot EUR 1,3 miljard bekeken. De standaard 60/40-portefeuille waar ik het wel vaker over heb (als startpunt) komt redelijk in de buurt, zeker als we zouden corrigeren voor het feit dat die laatste niet belegt in bedrijfsobligaties (die enigszins correleren met aandelen).