Het lijkt er soms op alsof elk vermogensfonds − zijnde een ANBI − een eigen manier heeft gevonden om het (reële) stamvermogen te berekenen. Hieronder laat ik zien hoe ik het zou doen (uitzonderingen daargelaten).
✅ Consumentenprijsindex (CPI); uitgaven door Nederlanders
❌ HICP; Europees geharmoniseerd; uitgaven in Nederland
❌ "CPI afgeleid"; prijsontwikkeling alsof belastingtarieven en subsidies niet veranderden
✅ Decemberwaarden van de CPI
❌ Jaarwaarden of jaar-op-jaarmutaties van de CPI (inflatie)
✅ De reeksen 2006 = 100 en 2015 = 100
❌ Alleen de reeks 2015 = 100
NB: Dat "JJJJ = 100" heeft betrekking op de gemiddelde prijzen gedurende het jaar JJJJ. Niet op de prijzen in december van dat jaar.
🏁 Even toetsen? Het stamvermogen zou (in mijn methodiek) eind vorig jaar 50,72% boven dat van eind 2007 moeten liggen.
Vanaf begin volgend jaar komt het CBS met de nieuwe reeks 2025 = 100. Die is pas nodig voor de bepaling van het stamvermogen per eind 2026.
Ik heb onderdeel 6.2.3 van het recente Besluit ANBI nog eens door de historische en hypothetische mangel gehaald. Dit gaat over nominaal stamvermogensbehoud (dus níet gecorrigeerd voor inflatie). Ook hier leidde de daarin genoemde "spending rule" tot een variabiliteit in de bestedingen waar menig puur vermogensfonds (of anders wel de ontvanger) zéér grote moeite mee zou hebben. Voor de laatste zes jaar lijkt het heel goed te doen, maar daarvóór was potentieel een drama.
Ik veronderstel dat de meeste stamvermogens geïndexeerd worden, maar het Besluit ANBI is niet kraakhelder over hoe dat dan verwerkt zou kunnen worden. Daarom beperk ik mij hier tot niet-geïndexeerd stamvermogen.
Sowieso sluit de genoemde "spending rule" niet aan bij "best practice" en kan deze veel beter (niet alleen historisch, maar ook vooruitkijkend), mits de Belastingdienst daarmee akkoord gaat.
Vooralsnog is het mij niet duidelijk precies welk deel van die tweede paragraaf van 6.2.3 de enige toegestane afwijking van de hoofdregel betreft en precies welk deel de rol vervult van een voorbeeld − een veilige haven zo je wilt − van een dergelijke toegestane afwijking.
Het risico is dat de sector zich aan een dergelijke slechte "spending rule" committeert en op enig moment in de penarie komt te zitten.
Dat 6.2.3 op zichzelf een verbetering is t.o.v. een regel als "alles dat boven het (nominale) stamvermogen uitkomt meteen besteden", lijkt mij overigens wel duidelijk. Dat laat onverlet dat er veel betere verbeteringen mogelijk zijn.