De nieuwste financieel-economische scenariosets van De Nederlandsche Bank werden vandaag (15 juli 2025) gepubliceerd. Dit is mijn samenvatting van de 100.000 scenario's.
In het recente Netspar-rapport van Driessen et al. wordt onder andere ingegaan op de langetermijnvolatiliteit van aandelen in het CP2022-model. Die wordt vooral gedreven door marktprijzen van derivaten met een aanzienlijk kortere looptijd en is derhalve een beetje een slag in de lucht. Dat wisten we al, maar het is goed om dat nogmaals te benadrukken.
Op zich is er met de afzonderlijke scenariosets wat dat betreft niets mis. Als je altijd de laatste set hanteert dan zit je − wat mij betreft − altijd goed. Althans: niet aantoonbaar fout. Maar van set tot set pakt het telkens verschillend uit. Zie dit plaatje. Voor sommige pensioentoepassingen is dat vervelend en/of vereist het meer uitleg. Daar is destijds kennelijk niet heel goed op geanticipeerd.
Eerder gaf ik al aan hoe je de langetermijnvolatiliteit kunt stabiliseren, zelfs zonder in te grijpen in het CP2022-model. Maar zoals het rapport (ook) aangeeft: zoiets is meer een politieke dan een wetenschappelijke keuze.
Op een enkele uitzondering na − ik noem dit keer geen naam − zal er vermoedelijk geen pensioenfonds zijn dat expliciet stuurt op het aantal aandelenposities in de beleggingsportefeuille. Toch vind ik het wel grappig en misschien zelfs wel interessant om te moeten constateren dat de verschillen tussen de fondsen meer dan aanzienlijk zijn.
Ter vergelijking heb ik ook een paar standaardindices en het Noorse oliefonds meegepakt.
Vandaag (17 april 2025) publiceerde De Nederlandsche Bank kersverse financieel-economische scenariosets ten behoeve van de pensioenpotjes. (Of mocht je dat niet meer zeggen?) Mijn computertje rende er vliegensvlug doorheen en vat de 100.000 scenario's als volgt samen.
De nieuwe aandelenportefeuille van pensioenfonds ABP maakte veel los. Tot op de radio aan toe.
Je kunt de portefeuille vinden op de website van het fonds. Met een beetje handwerk kun je alles slicen en dicen. Hieronder bijvoorbeeld de sectorverdeling (ontwikkelde markten; large- en midcaps).
In een vergelijking met een standaardindex (niet getoond) valt op dat de weging van IT-aandelen nagenoeg hetzelfde is, maar die van communicatiesector toch beduidend lager is vanwege het niet opnemen van (volgens MSCI-indeling) mediabedrijven als Meta (Facebook, Instagram, WhatsApp), Alphabet (Google, YouTube) en Netflix. Energie-aandelen (volgens de MSCI-indeling) zijn er helemaal niet en de weging van de vastgoedaandelen is daarentegen weer extra hoog. De "active share" t.o.v. de standaardindex is 28% (inschatting).
Desondanks − en met ongeveer een derde minder aandelen in portefeuille dan een standaardindex − lijken (ruwe) diversificatiemaatstaven niet héél veel anders uit te pakken in vergelijking met de index. Dat zal mogelijk ook wel zo beoogd zijn.
NB: Bij elkaar gaat het hier om "slechts" EUR 131 miljard (van op dat moment EUR 531 miljard aan ABP-beleggingen).
De vijf grote pensioenfondsen hebben inmiddels voorlopige cijfers gepubliceerd over de in 2024 behaalde beleggingsrendementen. Reden genoeg voor weer eens een "collab" met OverRendement. Dit keer maakten we een lappendeken.
In 2024 lagen de rendementen van de fondsen dichter bij elkaar dan in elk van de negen voorgaande jaren. Ditmaal ging de ritzege naar PME (grootmetaal), maar het ABP (ambtenaren) gaat aan kop in het 10-jaarsklassement. Van onze zelfverzonnen, maar niet helemaal uit de lucht gegrepen referentie-index kun je van alles vinden, maar deze fietst alle vijf fondsen helemaal zoek.
Op 17 januari 2025 publiceerde De Nederlandsche Bank nieuwe financieel-economische scenariosets ten behoeve van het pensioenfondsengebeuren. De 100.000 scenario's laten zich als volgt samenvatten.
De rentedip (2023-2024) is niet meer.
Begin 2024 stelde ik een "quick fix" voor waarmee dit hardnekkige modelartefact hardhandig uit de scenarioset van De Nederlandsche Bank verwijderd kon worden. DNB heeft er inmiddels voor gekozen voortaan precies deze methode te gaan gebruiken, met daaraan toegevoegd een "mini fix" voor de scenariojaren ná de eerder geprojecteerde initiële rentedip.
Het resultaat van deze correctie mag er zijn. Althans, de nieuwste P-scenarioset − onlangs gepubliceerd − ziet er ineens alleszins plausibeler uit dan voorgaande sets. Dit terwijl het gedachtegoed van de Commissie Parameters 2022 nauwelijks geweld is aangedaan.
Hoe kun je omgaan met modelonzekerheid?
Ik heb een gerenommeerde partij op het gebied van financieel-economische scenario's overtuigd om een alternatieve scenarioset te ontwikkelen.
Deze P-scenarioset is qua opzet vergelijkbaar met die van DNB. Dezelfde outputvariabelen (inflatie, aandelenrendementen, rentes), dezelfde kalibratiedatum (eind juni), etc.
Wat is er anders?
Het model van de Commissie Parameters is een relatief compact model dat zwaar leunt op theorie. Dat heeft zeker zijn voordelen, maar ook mogelijke nadelen, zoals we de afgelopen tijd hebben kunnen constateren.
Het andere model is wellicht meer op de praktijk gericht. Het is het resultaat van jarenlange inspanning, continue verbeteringen en de laatste inzichten. En − een niet onbelangrijk verschil − er kan altijd direct ingegrepen worden als uit de monitoring zou blijken dat dat nodig is.
Wat kun je ermee?
Met een alternatieve scenarioset kun je diverse pensioen(transitie)berekeningen nog eens dunnetjes overdoen. Leveren deze ongeveer dezelfde uitkomsten en beslissingen op? Zo ja, dan is dat fijn om te weten! Zo nee, dan is dat ook goed om te weten en wellicht aanleiding voor enig nader onderzoek.
Huidige (ultra-)langetermijnverwachtingen
Inflatie: 1,9% (DNB: 2,0%)
Aandelenrendement: 6,8% (DNB: 5,4%)
2-jaarsrente: 3,2% (DNB: 1,4%)
10-jaarsrente: 4,3% (DNB: 2,0%)
30-jaarsrente: 5,0% (DNB: 2,3%)
Dit zou hem dan ongeveer moeten zijn. De nieuwe aandelenportefeuille van Huisarts & Pensioen die eerder al het nieuws haalde. 65 bedrijven. Dat is niet veel, maar wel overzichtelijk. Aandelengewichten heb ik nog niet gezien. De totale marktwaarde van deze bedrijven is ongeveer 14% van de mondiale aandelenmarkt (ACWI IMI). Microsoft en NVIDIA nemen samen de helft daarvan voor hun rekening.